
Kasteel Wisch – Terborg

Aan de rand van het stadje Terborg staat, in een bosrijke omgeving verborgen, het Kasteel Wisch.
In 1129 vestigde Stephanus I van Wisch, een ministeriaal (persoon met een belangrijke post in bestuur en leger) van de bisschop van Münster zich op de Heuven ten noordwesten van Terborg en bouwde daar een slot ter hoogte van de huidige kruising van Oude IJssel en Slingerparallel tussen Doetinchem en Etten. Stephanus van Wisch werd waarschijnlijk vernoemd naar zijn geboorteplaats, het dorpje Wisch bij Billerbeck in Westfalen. Het op de Heuven gebouwde slot was het eerste Kasteel Wisch.
De adellijke familie van de Heren van Wisch behoorde tot de machtigste adel in hun gewest. Het geslacht komt al begin 12e eeuw voor in de Achterhoek. Rond 1300 vestigden de Heren van Wisch zich in het kasteel bij het huidige Terborg aan de belangrijke handelsweg tussen Anholt en Doesburg en niet ver van de Oude IJssel. Bij het kasteel vormde zich de stad Terborg, dat oorspronkelijk Toe Borgh heette, wat “bij de burcht” betekent.
Uit de heerlijkheid Wisch, het gebied dat bij het kasteel Wisch hoorde, ontwikkelde zich later de gemeente Wisch. Bestaande uit de stad Terborg met de Heuven en de kerspelen Silvolde en Varsseveld met omliggende buurtschappen. Het gemeentewapen van Wisch was hetzelfde wapen als van de heren van Wisch. In het wapen van de nieuwe gemeente Oude IJsselstreek komt nog altijd een leeuw van Wisch voor.

In de veertiende eeuw werd de heerlijkheid “tweeherig”. Na de dood van Dirk III van Wisch in 1369 werd de heerlijkheid verdeeld over twee erfgenamen: Dirks zoon Hendrik van Wisch en diens neef Dirk van Wisch. Beide heren vestigden zich op het terrein van het huidige kasteel. Beide in een eigen Huis Wisch. De beide huizen werden gescheiden door een gracht. De twee huidige torens getuigen nog altijd van het bestaan van deze twee kastelen. De 80 meter lange vleugel tussen beide torens was destijds nog niet aanwezig.
De dochter van Dirk, die gehuwd was met een telg uit het geslacht Homoet, erfde het deel van haar vader. Dit deel van de heerlijkheid werd door Oswald van Homoet in 1486 aan Oswald van den Bergh verkocht. De helft van de heerlijkheid maakte vanaf dat moment deel uit van het Land van den Bergh en werd ook wel het Berghse Huis genoemd. Dit tot groot ongenoegen van de andere halfheren van Wisch, die ook aanspraak op het kasteel maakten.
Deze ruzie liep hoog op. Zo hoog dat in 1528 Joachim van Wisch in een gewapend conflict bezit van de hele burcht nam. Daarop nam ook de hertog van Gelre deel aan de strijd, wat als resultaat had dat Maarten van Rossum zowel Terborg als het kasteel Wisch veroverde. Beide huizen liepen daarbij zware schade op. Joachim van Wisch vluchtte daarop naar het buitenland, waarop de gemoederen bedaarden. De oostelijke toren van het huidige kasteel is waarschijnlijk het enige deel dat resteerde van beide huizen na deze strijd.
De twee huizen werden waarschijnlijk pas in 1644 herenigd tot één gebouw; het huidige kasteel.

In de Franse tijd, in 1813 verloor de heerlijkheid Wisch de adellijke rechten. In 1812 was het grondgebied al in twee delen gesplitst: de stad Terborg met Silvolde en omliggende kernen en de gemeente Varsseveld, bestaande uit Varsseveld en omliggende kernen. Een lang leven was deze splitsing niet beschoren; in 1818 werden Terborg en Varsseveld weer samengevoegd tot het schoutambt Wisch, dat vanaf 1825 gemeente Wisch ging heten. De gemeente Wisch heeft bestaan tot 2005, toen ze fuseerde met buurgemeente Gendringen tot de gemeente Oude IJsselstreek. In 1849 werd de familie Van Schuylenburg de eigenaar van het kasteel en deze familie voegde ook de gronden rondom het kasteel weer samen. De familie Van Schuylenburg heeft veel betekend voor de inwoners van Terborg. Ze bouwde huizen en stelde grond van het landgoed beschikbaar voor de aanleg van de tramlijn en het zwembad De Paasberg. Tevens zaten familieleden in de gemeenteraad van Wisch.
In de Tweede Wereldoorlog was het kasteel een week het hoofdkwartier van de Duitse Feld Marschall Model. Tot aan het einde van de oorlog bleven Duitse generaals en hoge officieren het kasteel gebruiken als hoofdkwartier. Yegen het einde van de oorlog waarschuwde “oorlogsburgemeester” Boot van Wisch de familie Schuylenburg meermaals dat ze het kasteel moesten verlaten, omdat het met de bevrijding wel eens gevaarlijk zou kunnen worden. Boot kreeg gelijk. De geallieerden wisten dat hooggeplaatste Duitse Wehrmachtofficieren zich in het kasteel verschansten en bombardeerden het op 12 oktober 1944. Jonkheer Richard van Schuylenburg kwam daarbij om het leven.
Na de oorlog moest het zwaar beschadigde gebouw weer hersteld worden. Inmiddels was jonkheer Louis Philippe Vegelin van Claerbergen gehuwd met jonkvrouwe Olga Mary Inez van Schuylenburg, die zich nog altijd vrouwe van Wisch mocht noemen. Zij bedachten een oplossing voor het herstel van het hoofdgebouw met de ronde toren. De Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen kreeg dit deel in eeuwigdurende erfpacht en tussen 1957 en 1961 werd het ingrijpend gerestaureerd. De rest van het kasteel en het omliggende landgoed, is altijd in het bezit van de familie Vegelin gebleven, die het tot op de dag van vandaag bewoont (Jhr. Philippe Vegelin van Claerbergen). Het hoofdgebouw heeft het jaartal 1648.
In oude documenten komen de volgende schrijfwijzen voor: Wyssche, Wissche, Wissche, Wiisch, Wiesch en (zoals het ook wordt uitgesproken) Wis.
In verband met de particuliere bewoning van het kasteel, is het helaas niet te bezoeken
Locatie:
Kasteel Wisch
Laan van Wisch 4
7061 CX Terborg