
Nederlands IJzermuseum, CIVON, DRU Cultuurfabriek, DRU-Industriepark – Ulft


Al in de vroege geschiedenis werd langs de Oude IJssel ijzererts, “oer”, uit de bodem gehaald. De eerste hoogovens in wat nu Nederland het, verrezen langs deze rivier en in 1689 werd de eerste industriële hoogoven in Gaanderen gebouwd.
De tweede hoogoven op Nederlandse bodem verrees in Ulft. De heren Bögel, Henning, de Graaf van de Bergh en zijn raadsheer Roukens sloten een overeenkomst tot het oprichten van een ijzerhut (hoogoven) in 1754. Erg voor de wind ging het echter niet met deze hut. De heren Bernhard Johann en Theodor Johannes Reigers en Bernhard Joseph Diepenbrock uit Bocholt bezaten in deze Duitse stad al een ijzerhut en tekenden in 1774 een pachtcontract met de Ulftse hut en gingen erin investeren.
Door de jaren ging het beter met de hut en in 1831 werden de families Diepenbrock en Reigers volledig eigenaar. De naam DRU (Diepenbrock en Reigers Ulft) was geboren. De hoogoven was inmiddels een ijzergieterij geworden en produceerde van alles wat van gietijzer gemaakt kan worden: pannen, kachels, muurankers enz. enz.
Begin 20e eeuw ging het voor de wind met de DRU. De directie gaf het architectenbureau Beltman uit Enschede de opdracht om een badkuipenfabriek, een loonbureau en een portiersgebouw en mallenmakerij te ontwerpen. In de Eerste Wereldoorlog, de crisisjaren ’30 en de Tweede Wereldoorlog waren ook voor DRU slechte jaren, maar na de bevrijding, tijdens de jaren van de wederopbouw braken de gouden jaren aan. de terracotta geëmailleerde pannen, de stalen badkuipen, maar vooral de haarden en kachels vonden in heel Nederland en ver daarbuiten gretig aftrek. In de gloriejaren werkten meer dan 1600 mannen en vrouwen in de “Olde Hut.” Ulft was de DRU en DRU was Ulft. In 1954 werd het 200-jarig bestaan gevierd en kreeg de DRU het predikaat Koninklijk.


DRU bleef echter te lang focussen op de productie van gashaarden en te weinig op de oprukkende centrale verwarming en kwam in de problemen. Internatio-Muller nam het bedrijf in 1973 over, de ijzergieterij werd ontmanteld en het bedrijf ging, naast de haarden ook roestvrijstalen tanks produceren onder de naam SSP (Stainless Steel Products). De SSP-Hal op het DRU-Industriepark herinnert daar nog aan. Maar ook dit kon DRU niet redden. De onderneming werd in 1991 andermaal overgenomen. Dit keer door Wolters-Schaberg (nu Kendrion). Maar omdat de fabriekshallen totaal verouderd waren deed de nieuwe eigenaar er afstand van in 2002. DRU verhuisde met de productie van luxe gashaarden naar een zichtlocatie aan de snelweg A12 in Duiven, waar het weer expandeerde tot een succesvolle onderneming, maar verdween na bijna twee en een halve eeuw uit Ulft. De fabrieken stonden leeg en het verval zette in.
De toenmalige gemeente Gendringen besloot om de zeven inmiddels Rijksmonumenten op het terrein te behouden voor de toekomst. In 2009 opende de DRU Cultuurfabriek haar deuren met een eigen theater en popzaal, maar ook een bibliotheek, galerie, Turks cultureel centrum, een grand café, de raadszaal voor de nieuwe gemeente Oude IJsselstreek en diverse vergaderzalen in het voormalige portiersgebouw. In mei 2014 opende koning Willem-Alexander het ICER (nu CIVON). Een innovatiecentrum, waar onderwijs en maakindustrie bij elkaar komen en waar ook het Nederlands IJzermuseum is gevestigd. In het Beltmancomplex, de vroegere emaillefabriek en de badkuipenfabriek kwamen woningen en de woningcorporatie vestigde er het kantoor. De SSP-Hal en voormalige ijzergieterij werden een grote evenementenhal, waar onder andere jaarlijks de internationale kunstexpositie Huntenkunst wordt georganiseerd.
Kortom: de DRU vlamt als nooit tevoren en is een bezoek meer dan waard.
Locatie:
DRU-Industriepark
Hutteweg 24
7071 BV Ulft
www.dru-industriepark.nl
De DRU-bedrijfsgebouwen vlak voor de restauratie (2007):