
Noorderbroek en Bovenslinge – Varsseveld-Westendorp

De Bovenslinge komt bij Winterswijk ons land binnen en gaat ten noordwesten van Westendorp over in de Bielheimerbeek, die bij Gaanderen in de Oude IJssel stroomt. Ter hoogte van Westendorp stroomt de beek door het Noorderbroek.
Het Noorderbroek was vroeger, zoals de naam al doet vermoeden een moerassig gebied. De Bovenslinge meanderde door het gebied en trad geregeld buiten haar oevers waardoor het omliggende een drassig veengebied werd.
Begin 19e eeuw werd een begin gemaakt met de ontginning van de veengebieden in de Achterhoek. Het drassige land moest geschikt worden gemaakt voor landbouw, veeteelt en bewoning. De meest onvruchtbare stukken werden later aangeplant als productiebossen voor mijnhout in de Limburgse mijnen, waar in dezelfde tijd een aanvang werd gemaakt met de winning van steenkool. Om de mijngangen te stutten, was veel hout nodig. Hout dat sterk was en snel groeide zoals spar en grove den.
Tijdens de ontginning van deze zogenaamde broeklanden werden de beken, zoals op nevenstaande foto goed te zien is, gekanaliseerd, om voor een snellere waterafvoer te zorgen. Twee eeuwen later bleek dat een probleem op te leveren, dat men destijds nooit kon verwachten: de voormalige moerassige broeklanden in de Achterhoek horen in de 21e eeuw tot de droogste gebieden in Nederland. In de zomers van 2018, ’19 en ’20 stond de Bovenslinge dan ook meermaals en langdurig volledig droog. Schapen graasden op de bodem. Aan het Waterschap Rijn en IJssel, die de waterhuishouding in o.a. de Achterhoek beheert, de moelijke taak, het water niet langer alleen af te voeren bij langdurige regenval, maar ook vast te houden tijdens warme en droge periodes, die steeds meer voorkomen.


Ter hoogte van de weg Varsseveld – Zelhem, bij de Kieftenbrug is dit al duidelijk te zien. Het Waterschap heeft hier een aantal jaar geleden grote stukken weiland aangekocht en teruggegeven aan de natuur. De Bovenslinge loopt door dit gebied niet meer kaarsrecht, zoals de laatste 200 jaar, maar meandert weer op natuurlijke wijze door haar oude bedding. Gevolg is dat het water hier langer vastgehouden wordt en het broekland weer zichtbaar wordt. Voorzichtig keren vogels als de gele kwikstaart weer terug in het gebied.
Vijfhonderd meter stroomafwaarts begint het bosgebied van het Noorderbroek. De Bovenslinge stroomt er dwars doorheen. Het bos bestaat voornamelijk uit naaldhout, maar langs de paden zien we ook lanen van beuk en eik. In de herfst geeft dit een prachtig kleurenspel.
Door het Noorderbroek zijn diverse wandelroutes uitgezet. De afwisseling tussen bossen, weilanden en akkers geven een duidelijk beeld van wat er met het coulissenlandschap bedoeld wordt. Een lappendeken van kleinschalige landschappen, zoals akkers en weilanden, afgewisseld door houtwallen, bossen en heggen.